Feiten en fabels over schoonmaken in huis

Er gaan veel fabels de rondte over schoonmaken in huis. Sommige zijn afgeleid van feiten, anderen beslaan absolute onzin. Om duidelijkheid te krijgen over deze feiten versus fabels, stelde NVZ een lijst op met feiten en fabels omtrent schoonmaken. Opgedeeld in vier categorieën, vindt u hier de feiten en fabels op een rij.

 

 

Algemeen

Niet waar

Het maken van zeep is een heel oud chemisch proces waarbij de as van hout gemengd werd met dierlijk vet en water.

Niet waar

Van zichzelf ruikt zeep een beetje weeiig. Pas na toevoeging van geurstoffen krijgt zeep  een aangename geur.

Niet waar

Ontsmetten is een algemene term voor elke behandeling die tot gevolg heeft dat micro-organismen in aantal verminderen. Volledige ontsmetting is mogelijk door te steriliseren. Steriliteit is een absoluut begrip en geeft aan dat levende micro-organismen niet kunnen worden aangetoond. Bij desinfecteren vindt er een dusdanige ontsmetting plaats dat het aantal micro-organismen wordt teruggedrongen tot acceptabele waarden. Deze ‘acceptabele waarde’ is een relatief gegeven en verschilt per situatie.

Waar

Zure reinigingsmiddelen zoals schoonmaakazijn en mierenzuur kunnen kalk en roest verwijderen. Het is dus ook geen fabeltje dat een roestige spijker weer mooi gaat glimmen na enige tijd inweken in een glas cola. Hoe sterker het zuur (lage pH-waarde in combinatie met een grote zuurreserve), hoe sterker deze kalk- en roestverwijderende werking is.

  

  

Persoonlijke hygiëne en gezondheid

Niet waar

Wel is het zo dat het resultaat van overmatig poetsen en desinfecteren - bijvoorbeeld in het geval van smetvrees - alleen maar leidt tot verspilling van materialen maar geen extra bescherming brengt. Voor de gezondheid maakt het niet uit. Je wordt er niet beter en niet zieker van. Het is vooral niet duurzaam en ook slecht voor je portemonnee om te veel te poetsen en desinfecteren.

Niet waar

Door uw handen na het wassen goed af te drogen, verwijdert u bacteriën die nog zijn achtergebleven. Bovendien nemen natte handen makkelijker bacteriën op van vervuilde oppervlakken.

Niet waar

De griep wordt veroorzaakt door een virus en niét door een bacterie. Het is daarom niet te bestrijden met bacterieremmende- of dodende middelen. Desinfecteren van de handen is niet nodig. Het wassen van de handen met water en zeep helpt besmetting met het virus voorkomen. Was daarom uw handen regelmatig met water en zeep. Zorg dat het materiaal waarmee u uw handen droogt (papier of stof) eenmalig wordt gebruikt. Handgels zijn een goed alternatief om uw handen te reinigen als er bijvoorbeeld geen water en zeep voor handen is. Overdrijf het wassen echter niet. Teveel uw handen wassen verwijdert de natuurlijke beschermlaag van uw huid tegen ziekteverwekkers.

Waar

Zowel stoffen met een pH hoger dan 9 (bijvoorbeeld ammonia) en lager dan 5 (bijvoorbeeld azijn) zijn slecht voor de huid. Deze stoffen kunnen ook allerlei materialen aantasten. De pH-waarde zegt echter niet alles. Lees altijd vóór gebruik het etiket en/of de gebruiksaanwijzing, en volg de gebruiksvoorschriften op.

Waar

Meng schoonmaakmiddelen dan ook nooit. Gebruik bijvoorbeeld nooit een zure reiniger in combinatie met een chloorbleekmiddel, omdat er dan chloorgas kan ontstaan dat schadelijk is voor de gezondheid. Gebruik ook geen chloor in een toiletpot waar een wc-blokje in hangt. Laat ook geen chloor in de toiletpot staan; bij contact met urine kunnen irriterende stoffen ontstaan. Het mengen van zure en alkalische reinigers heeft bovendien geen nut, want ze heffen elkaars werking op. Volg altijd de aanwijzingen op de verpakking, en lees ook goed op welke materialen u een bepaalde reiniger kunt gebruiken.

 

 

Hygiëne in huis

Waar

Schoonmaken is niet alleen van belang omdat ons huis er mooier uitziet. De voornaamste reden om schoon te maken, is het voorkomen van ziekten door schadelijke stoffen en organismen. Vuil kan deze ziekten en bederf met zich meebrengen. Een goede hygiëne bereikt u door het aantal schadelijke stoffen en organismen op een zo acceptabel mogelijk niveau te houden. Een beetje vuil is echter juist goed voor ons afweersysteem. Omdat ons lichaam gewend is zich te wapenen tegen vreemde stoffen van buitenaf, worden we niet direct ziek als er dan toch een ongewenste bacterie in het eten terechtkomt.

Niet waar

Bij het reinigen van een oppervlak met een reinigingsmiddel is het van groot belang dat u ook een mechanische kracht (beweging) met doek of borstel uitvoert om het vuil te verwijderen. Helaas gaat dit vaak erg lastig tussen bijvoorbeeld de voegen tussen tegels en in hoekjes. Op die plaatsen waar u moeilijk bij kunt en daardoor niet in staat bent om de vereiste mechanische kracht uit te oefenen, kan een bleekmiddel uitkomst bieden. Bleekmiddelen zijn in staat om op statische wijze (zonder beweging) vuil te verwijderen.

Waar

Verwering van glas tijdens het vaatwasproces is onvermijdelijk. De samenstelling van het glas en de productiemethode zijn van grote invloed op het optreden van zichtbare veranderingen. Glas wordt in een vaatwasmachine blootgesteld aan hogere temperaturen. In combinatie met de alkalische vaatwasmiddelen kunnen hierdoor permanente veranderingen ontstaan in het oppervlak van het glas met als gevolg lokale veranderingen. Deze veranderingen zien eruit als strepen op het glas of als een regenboogachtige verkleuring. Uitlogen van het glasoppervlak kan een permanente verstoring van de oppervlaktestructuur tot gevolg hebben. Dit is zichtbaar als grijs/witte vlekken.

Niet waar

Er blijft zo weinig afwasmiddel achter op de vaat dat dit geen enkel effect heeft op de gezondheid. Het afdrogen van de vaat verkleint dit percentage nog eens drastisch. In veel omringende landen in Europa is er een andere afwascultuur. Er wordt niet afgedroogd maar de vaat droogt aan de lucht. In deze landen kan het wenselijk zijn om de sopresten van de vaat af te spoelen. Dit wordt gedaan omdat de vaat anders met vlekken opdroogt.

Waar

Het is een misverstand dat afwasmiddel niet meer zou werken als het niet meer schuimt. Er kunnen nog steeds wasactieve bestanddelen in het sop aanwezig zijn.

Waar

De waterhardhardheid verschilt namelijk per regio en er geldt: hoe harder het water, hoe hoger de vereiste wasmiddeldosering. Wat de waterhardheid in uw woonplaats is, kunt u opvragen bij uw waterleidingbedrijf of hier opzoeken. De juiste dosering is hiernaast ook afhankelijk van de mate van vervuiling van uw wasgoed.

Niet waar

Een wasverzachter heeft meer functies. Tijdens een wasbeurt wordt de was behoorlijk door elkaar geschud in de trommel. Daardoor kan de was hard of stug worden. Bovendien kan het textiel hard worden doordat er kalkdeeltjes neerslaan op het wasgoed tijdens het drogen. Een wasverzachter zorgt ervoor dat het textiel weer zacht en soepel aanvoelt. Ze voorkomen bovendien dat synthetische stoffen (zoals nylon en acryl) statisch geladen worden. Deze stoffen kleven dan niet meer aan de huid. Een ander voordeel van wasverzachters is dat strijken eenvoudiger zal gaan, omdat het textiel minder kreukt. Bovendien wordt de levensduur ervan verlengd. En tenslotte krijgt wasgoed een extra frisse geur door een wasverzachter.

Waar

Een lage temperatuur is prima om uw kleding bij te wassen. De huidige generatie wasmiddelen zorgt ervoor dat er prima op 40 graden gewassen kan worden.

Waar

Bij deze temperatuur krijgt u uw beddengoed prima schoon. Heeft u echter last van allergie voor huisstofmijt, dan adviseert het Astmafonds om één keer per zes weken het beddengoed te wassen bij 60 graden, om mijten te doden. De andere weken kunt u volstaan met wassen bij 40 graden om de allergenen (mijtenpoep) uit te spoelen.

 

 

Duurzaamheid en milieu

Niet waar

Er worden geen dierproeven gedaan op was- en schoonmaakmiddelen. Om de veiligheid van deze producten voor mens en milieu te kunnen garanderen, maken de fabrikanten gebruik van een zogenaamde rekenmethode die in de wet is opgenomen. Met deze methode kunnen fabrikanten vaststellen hoe gevaarlijk het product is op basis van de gevaarseigenschappen van de stoffen die in het product verwerkt zijn.

Waar

Vanaf 8 oktober 2005 moeten alle was- en reinigingsmiddelen die in Europa worden geproduceerd, voldoen aan de Europese Detergentenverordening. Dit betekent dat de gebruikte oppervlakteactieve stoffen in deze producten volledig biologisch afbreekbaar moeten zijn. Vrijwel alle reguliere schoonmaakmiddelen voor zowel de consumenten- als voor de professionele markt die nu in Nederland op de markt zijn, voldoen al jarenlang aan de zware milieueisen van de Verordening.

 

 

Volgende:
FAQ